Blink Geschiedenis - Module 9 - Burgers en stoommachines oefentoetsen & antwoorden

LeefomstandighedenGrondstoffenIndustriële RevolutieEmancipatieAlgemeen kiesrechtParlementLeertip!In het hoofdstuk staan allerlei begrippen. Maak van de begrippen, bijvoorbeeld flitskaarten om ze te oefenen. Werkwijze:Als je het lastig vindt om een chronologische vraag te maken. Probeer dan de eerste en laatste gebeurtenis alvast te noteren. Zo heb je dan maar een drietal gebeurtenissen te verdelen tussen de eerste en laatste. Dit geeft wat meer overzicht.De juiste volgorde is: D - C - B - AToelichting:D. De verbeterde stoommachine van James Watt komt in gebruik. (1769)C. Invoering van het cultuurstelsel in Nederlands-Indië (1830) B.  Thorbecke voert een liberale grondwet in. (1848) A. Het kinderwetje van Van Houten wordt aangenomen (1874)Leertip! Voorin het leerwerkboek staan veel belangrijke gebeurtenissen op volgorde van tijd. Neem dit goed door! Socialisme: A - B - D - FLiberalisme: C - E - G - H a. Onjuistb. Onjuist c. Onjuistd. Juiste. Juistf. Juist De fabriekseigenaren probeerden zo veel mogelijk winst te maken door de arbeiders zo lang mogelijk achter elkaar te laten werken tegen een zo laag mogelijk loon. Toelichting: Als de arbeiders klaagden over hun werkomstandigheden, konden ze makkelijk ontslagen worden. a) Een goed antwoord bevat de volgende elementen:Thorbecke was een liberaal enIn 1848 voerde hij de grondwet in, in Nederlandb) Een goed antwoord bevat de volgende elementen:Aletta Jacobs was een Nederlandse feministe enWas de eerste Nederlandse vrouwelijke arts Veel Europese landen stichtten in de 19e eeuw nieuwe koloniën. Daarnaast exploiteerden ze oude koloniën veel intensiever: er werd zoveel mogelijk winst gemaakt.  1. De behoefte aan grondstoffen   2. Het zoeken naar afzetmarkten Bron 1 past goed bij het begrip industrialisatie omdat bij het bewerken van het land nu machines werden gebruikt. Bron 1 is de zaaimachine die gebruikt werd bij het zaaien van zaadjes. De maker van deze bron levert kritiek op de klassensamenleving door het af te beelden als een piramide waarin de laagste klasse (arbeidersklasse) de lasten draagt terwijl de hogere klassen profiteren.Op bron 2 zie je bijvoorbeeld:Uitbuiting van de arbeidersklasse:  De onderste laag van de piramide bestaat uit werkende mensen die het fundament van de samenleving vormen, maar tegelijkertijd worden onderdrukt en uitgebuit.De rijke klasse geniet van een luxueus leven zonder zelf arbeid te verrichten. De arbeidersklasse "werkt voor hen", terwijl zij aan het eten zijn.De zak met geld aan de top van de piramide symboliseert hoe alles in het systeem draait om winst, met weinig tot geen zorg voor het welzijn van de werkende bevolking (arbeidersklasse). Tijdens de Industriële Revolutie waren de arbeidsomstandigheden heel slecht. De arbeiders moesten lang werken tegen een laag loon. Door onvoldoende nachtrust gebeurden er veel ongelukken. De arbeiders werden hiervoor hard gestraft. In de bron lees je dat Piet een paar druppels olie had gemorst en daardoor een boete moest betalen. De bron past bij de begrippen:Algemeen kiesrechtSocialistenEmancipatie (van vrouwen)Toelichting:Socialisten en vrouwen kwamen eind 19e eeuw in verzet om meer gelijkheid en kiesrecht. In 1917 mochten alle mannen stemmen (dus nu ook arbeiders) en in 1919 ook vrouwen. Toen was er eindelijk algemeen kiesrecht.